Het opvallende woonhuis Kerkstraat 9 staat in de oude kern van het dorp nabij de kerk, in de as van de Kerkstraat.
Het pand uit de tweede helft van de negentiende eeuw heeft mogelijk een oudere kern. Het gebouw valt behalve door de ligging op door stijl en detaillering, waarbij eclectische (uit verschillende stijlen gemengde) motieven worden benut voor de verhoging van het representatieve karakter. Vroeger was die ligging nog opvallender door de voor het huis staande enorme paardenkastanje, die in 1898 werd omgedoopt tot Koninginneboom bij de inhuldiging van koningin Wilhelmina. Van 1906 tot 1924 fungeerde het huis als burgemeesterswoning van burgemeester Charles Moons (1851-1924) van Maarheeze.
Het woonhuis is van belang vanwege de architectonische gaafheid van het exterieur.
Het pand is in 1991 gesplitst in twee woningen.
Het gebouw heeft een langgerekte plattegrond, is één laag hoog en zeven traveeën (bouwdelen) breed en heeft een zadeldak. De voorgevel is gepleisterd en bewerkt met vlakken en ornamenten. Rondom de ramen zijn geprofileerde lijsten aangebracht, eronder zijn twee penanten met consoles, voorzien van een kop (afwisselend mannen- en vrouwenkopjes) en ionische kapitelen (Griekse bouwstijl met uitgewerkt bovenstuk). Boven de ramen driehoekige frontons (versiering), waarbij in het midden een engelenkopje is geplaatst en aan de uiteinden siervazen. Een waterlijst loopt gelijk met de onderkant van de ramen. Daarboven is de gevel geblokt gepleisterd uitgevoerd. De bovenste rand is glad. Op de hoeken zijn lisenen (verticale uitspringende strook) met een vlakverdeling zichtbaar. Het dak, waarvan de nok evenwijdig aan de straat loopt, is gedekt met verbeterde Hollandse pannen. Het huis heeft een middenrisaliet (vooruitspringend gedeelte) met opbouw onder halfronde afdekking, bekroond door siervazen. In de risaliet bevindt zich de ingang die uit een dubbele houten paneeldeur met classicistisch lijstwerk en bovenlicht bestaat. In de deur zijn smeedijzeren roosters aangebracht. Erboven, in de opbouw, bevindt zich een dubbele deur. De T-ramen zijn gevuld met glas-in-lood. De linkerzijgevel is eveneens gepleisterd en wordt bekroond door siervazen. De ramen op de begane grond zijn uitgevoerd als de ramen in de voorgevel. Op de verdieping zijn de ramen in een rechthoekige omlijsting gevat met een kuif. De rechterzijgevel bestaat uit baksteen met vlechtingen in de top (in huidige toestand geverfd). In deze gevel is een deur in een vlakke gepleisterde omlijsting aanwezig. In de topgevel is een verkleind raam zichtbaar en er zijn steekankers aangebracht. Aan de achterzijde is ter plekke van de risaliet van de voorgevel een opbouw zichtbaar. Enkele kleine moderne aanbouwen zijn toegevoegd.
Het woonhuis werd aan het begin van de negentiende eeuw bewoond door de familie Lookermans, Verschillende leden van deze aanzienlijke familie waren werkzaam als ‘kooplieden’, wat hier vaak gelijk staat aan ‘teuten, (in compagnie) rondtrekkende, ambulante handelaren. In 1880 trouwde Francisca Lookermans (Maarheeze, 1852) met Carolus Moons (Weert, 1851), op dat moment koopman, wonende te IJsselstein. Het vermoeden bestaat dat de families Lookermans en Moons actief waren in de textielhandel; van Carolus Moons werd gezegd dat hij ‘met de pak’ (textiel) rondging. Moons was reeds gemeenteontvanger, toen hij bij Koninklijk Besluit van 26 februari 1906 als opvolger van J.A. Schepens tot burgemeester van de gemeente Maarheeze werd benoemd. Onder zijn leiding kreeg Maarheeze een heel ander aanzien: in de eerste decennia van de twintigste eeuw vonden diverse ontginningen plaats, die hij vaak met de veldwachter bezocht. In 1913 kreeg Maarheeze een station en in 1919 werd de St. Josephschool (nu ‘Onze School’) gebouwd. Burgemeester Moons overleed te Maarheeze op 23 maart 1924. Naar hem is de Moonslaan vernoemd. Burgemeester Moons werd in 1924 opgevolgd door J.M.H. Klardie, in wiens periode de gemeente Maarheeze werd samengevoegd met die van Soerendonk (incl. Gastel en Sterksel) per 1 januari 1925.
(Bron: Heemkundekring ‘De Baronie van Cranendonck’ )