Het oorlogsmonument bevindt zich net vóór de (voormalige) Rooms-Katholieke begraafplaats achter de kerk van Budel-Dorplein.
Het bestaat uit zes grafkruisen en een beeld van een vrouwenfiguur in een vijver.
De zes grafkruisen markeren de eregraven van de zes in de Tweede Wereldoorlog vermoorde burgers.
Hier in Budel-Dorplein, aan de grens met België waren diverse mensen betrokken bij het verzet tegen de Duitse bezetter.
De vanuit Dorplein werkzame douanierambetenaar Kees Kappers en wachtmeester der Marechaussee Jan van Zandvliet waren actief bij een Nederlands onderdeel van het Belgische Geheim Leger. Zij kregen hulp van twee jongens uit Dorplein, Antoon van der Putten en Theo Stevens.
Op 5 september 1944, beter bekend als "Dolle Dinsdag", ontspoorde als gevolg van sabotage door de Dorpleinse verzetsgroep een Duitse trein met SS-ers. De verzetsgroep hield ook een aantal collaborateurs (NSB-ers) vast. Zij verstopte zich daarmee in het riet bij het Ringelselven ("De Peel"). Daar werden (Kees) Kappers (28) , (Jan) van Zandvliet (25), (Antoon) van der Putten (24) en (Theo) Stevens (21) op beestachtige wijze vermoord door gewaarschuwde SS-ers.
Later die dag werden nog twee ondergedoken Dorpleinse jongens, de broers Leo (19) en Martien Looijmans (25), eveneens op gruwelijke wijze door de Duitsers vermoord en achtergelaten bij de ontspoorde trein.
Op dodenherdenking 4 mei 1949 werd het monument officieel onthuld.
De vijver symboliseert "De Peel", de plaats van de moord op de vier verzetslieden. De vrouwenfiguur met vredesduif en bloem is een keramiek vervaardigd bij St. Joris te Beesel (L.) naar een ontwerp van Cor van Geleuken (1920-1986) .
Tekst van het begeleidend informatiebord (leprojetdedorplein / dorpleinuniek )